Even de puntjes op de i

Door Annick De Ridder op 15 juli 2019, over deze onderwerpen: Antwerpen

“Wonen in een stad als Antwerpen is binnenkort enkel nog weggelegd voor rijke mensen” beweert stadssocioloog Eric Corijn. Als schepen bevoegd voor stadsontwikkeling in Antwerpen wil ik toch wel stellen dat de man dan voorbij gaat aan het beleid van de stad Antwerpen en de maatregelen die ze treft.

Even de puntjes op de i. Antwerpen bengelt helemaal onderaan de lijst van de centrumsteden als het op het gemiddeld inkomen van haar burgers aankomt. Tot zover de fabel als zou Antwerpen meer en meer een rijkemensenstad zijn. We zetten enorm in op een voldoende aanbod, dat kwalitatief en ook betaalbaar blijft. Maar volgens de heer Corijn zijn onze inspanningen voor sociale woningen ondermaats, nochtans zetten we zwart op wit in ons bestuursakkoord dat er 5000 nieuwe of grondige vernieuwde sociale woningen komen.

Tegen 2035 verwacht de stad 37.991 inwoners of 13.662 gezinnen. Echter voor het jaar 2024 plant de privémarkt 7.500 nieuwe woningen en tegen 2035 zouden dit er al 19.369 zijn. Deze cijfers houden nog geen rekening met de geplande ontwikkelingen van de renovatiemarkt of het “Over de Ring” verhaal. Dit betekent dat het aanbod een stuk sneller zal stijgen dan de vraag wat ongetwijfeld een effect zal hebben op de prijzen.

Als stadsbestuur vinden we dat elk type bewoner in onze stad een geschikte woning moet kunnen vinden die beantwoordt aan zijn specifieke behoefte. Zo krijgt iedereen de kans om een succesvolle wooncarrière uit te bouwen binnen de stad Antwerpen. Op die manier willen we als stad de welstandsvlucht stoppen, meer jonge mensen aantrekken en senioren kwalitatief laten wonen. We hebben daarom de kaart getrokken van de minimale oppervlaktes en roepen op die manier in het vergunningenbeleid de tendens om eengezinswoningen op te delen in studio's en appartementjes een halt toe. Het betaalbaar wonen met behoud van kwaliteit willen we immers absoluut garanderen. We bieden met de minimale oppervlaktes ook een antwoord op het houden van ‘gezamenlijke wasmachines’ die Corijn als zeer belangrijk acht. We geven ontwikkelaars immers de mogelijkheid om tot 15% af te wijken door bijvoorbeeld gemeenschappelijke ruimtes te voorzien.

Daarnaast timmeren we als stad ook naarstig aan een Antwerps Woonmodel. Omdat de stad eigenaar blijft van de grond, en je als eigenaar enkel de baksteen verwerft, kan de prijs van een woning zo tot 30% goedkoper zijn. Schepen Duchateau, bevoegd voor wonen, neemt op die manier een voortrekkersrol op om te experimenteren met innoverende woonprojecten gericht op kwaliteit en betaalbaarheid.

Met andere woorden, we houden tweeverdieners in de stad en laten tegelijk een marge open voor minder kapitaalkrachtigen. Waarvoor we trouwens felicitaties kregen van de Vlaamse Bouwmeester Leo Van Broeck.

Als stad introduceerden we ook de stedelijke ontwikkelingskost (SOK) en doen we net wat in het verleden niet gebeurde: ontwikkelaars laten meebetalen voor druk op de voorzieningen in de omgeving zoals bijvoorbeeld het meebetalen voor een parkje of voor een crèche. Tenslotte houden we ook bij grote stadsontwikkelingsprojecten de vinger aan de pols. Denk maar aan de Slachthuissite waarbij we voor de volledige 100% streven naar een duurzame woningmix, met minstens 10% voor betaalbaar wonen.

Voor ons is levenskwaliteit het antwoord, en daar zetten we ook volop op in met dit beleid. Met andere woorden, het lijkt mij dat de professor het een en het ander gemist moet hebben. Misschien kan hij de zomermaanden gebruiken om zich wat in te lezen over hoe wij onze stad aantrekkelijk houden en maken…

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is