Vakbonden blijven verkeersboetes van chauffeurs De Lijn betalen

In 2014 klaagde Vlaams parlementslid Annick De Ridder voor het eerst de praktijk aan waarbij de vakbonden boetes terugbetalen van buschauffeurs die een verkeersovertreding begaan. Na drie jaar onderhandelen is het dossier nog steeds niet opgelost.

Verkeersveiligheid is een speerpunt van de Vlaamse regering en ook De Lijn heeft derhalve als overheidsbedrijf een voorbeeldfunctie in het verkeer. Een en ander wordt echter ondermijnd door de vakbonden die verkeersboetes van buschauffeurs die herhaaldelijke overtredingen begaan terugbetalen.

Voor alle duidelijkheid: het gaat maar om een kleine groep hardleerse chauffeurs. De overgrote meerderheid van de chauffeurs zet zich dag in dag uit in om reizigers veilig naar hun bestemming te brengen, vaak in niet-evidente omstandigheden en onder tijdsdruk. Een eerste boete wordt daarom door De Lijn als werkgever betaald. Wanneer chauffeurs echter meerdere overtredingen op een jaar begaan, betaalt De Lijn die boetes niet langer, maar moet de chauffeurs het bedrag (minstens deels) zelf ophoesten. “Dat lijkt ons evident, maar dat is dan buiten de vakbond gerekend. Het is namelijk net deze responsabiliseringsbijdrage die blijkbaar door de vakbonden wordt terugbetaald aan de in overtreding zijnde buschauffeur. En het verhaal wordt nog straffer: na een jaar boetevrij rondgereden te hebben, krijgen buschauffeurs hun persoonlijk aandeel in de laatste boete door De Lijn terugbetaald. Wat betekent dat er soms winst wordt gemaakt door de wet te overtreden”, aldus Annick De Ridder.

De stand van zaken is sinds de aanvang van de besprekingen niet gewijzigd; “een overvolle agenda”, “geen tijd” en “het te druk hebben”. Het zijn allemaal excuses om de échte problematiek niet te moeten aanpakken. “Zelfs een verzoeningspoging en een vraag van de directie van De Lijn aan de nationale vakbondssecretarissen om een standpunt betreffende het intern boetesysteem te formuleren viel in dovemansoren”, zo stelt de Vlaams volksvertegenwoordiger. “Uit het antwoord van de minister blijkt dat de verzoeningsprocedure “on hold” staat en voorlopig “nog niet werd hernomen”. Er is ook geen verdere evolutie vast te stellen in het standpunt dat de nationale vakbondssecretarissen gevraagd was om in te nemen.

“Waarom Rita Coeck, van de socialistische vakbond ACOD, hier in een eerdere reactie manifest over liegt en stelt dat de onderhandelingen steeds lopende zijn geweest, is ons een raadsel. Ik zou toch verwachten dat vakbonden in het belang van de verkeersveiligheid (en van de chauffeurs die zich zorgvuldig in het verkeer begeven) zouden handelen. Maar niets blijkt minder waar, helaas. Gelukkig werd inmiddels in de beheersovereenkomst opgenomen dat er een einde zal worden gemaakt aan deze wanpraktijken. Minister Ben Weyts zal bovendien duidelijke deadlines in het ondernemingsplan laten opnemen”.

Door het hardnekkig blijven terugbetalen van verkeersboetes keuren de vakbonden onveilig verkeersgedrag goed, vindt Annick De Ridder. “Bus- en tramchauffeurs werken vaak onder tijdsdruk, en dat is niet gemakkelijk. Ik kan daar begrip voor opbrengen, en daarom wordt een eerste overtreding ook door de vingers gezien, maar dat betekent nog niet dat de vakbonden gevaarlijk rijgedrag moeten subsidiëren. Hopelijk komt daar eindelijk een einde aan, in het belang van de reiziger, maar ook van de vele chauffeurs die de verkeersveiligheid wel degelijk hoog in het vaandel dragen”, zo besluit de Vlaams Volksvertegenwoordiger.