U bent hier
Chemie speelt sleutelrol in klimaatstrijd

Duurzaam ondernemen zit in het DNA van de havengemeenschap. Kijk maar naar het nieuwe actieplan voor Zero Pellet Loss dat verschillende partners in de Antwerpse haven op 7 november samen lanceerden. Het is duidelijk dat we de omslag naar minder uitstoot en minder vervuiling niet maken door tegen de bedrijven te strijden, maar wel door ze te omarmen en de sector te stimuleren om samen de versnelling te nemen.
Ik ben een vooruitgangsoptimist, en mogelijk van het soort waar een opiniemaker als Dirk Draulans de kriebels van krijgt. Ik ben er namelijk van overtuigd dat het menselijk vernuft en gedegen onderzoek inderdaad een oplossing zullen bieden voor zowel de klimaatuitdagingen van de toekomst als het gezonder maken van onze leefomgeving. Meer nog, wat mij betreft is dat het enige pad voorwaarts.
De chemie vormt een cruciaal onderdeel van de oplossing. Enerzijds door in te zetten op een efficiëntere werking en op onderzoek. Bijvoorbeeld het opvangen en opslaan van CO2 en zelfs het hergebruik van koolstof als grondstof. Anderzijds door basisstoffen aan te leveren voor producten die net tot minder verbruik en uitstoot leiden. Denk maar aan onderdelen voor windturbines, isolatiemateriaal of lichtere onderdelen in het productieproces van auto’s. Zie daar, het menselijk vernuft.
Kunststoffen hebben dus wel degelijk een plaats in onze haven en in de samenleving. Het constant voorstellen van de chemie in zijn geheel als giga producent van “plastieken-zakjes-die-rechtstreeks-onze-oceanen-ingaan” strookt dus allesbehalve met de waarheid. Dat activisten keer op keer dit onjuiste beeld kracht bijzetten, getuigt van een gebrek aan kennis of van bijzonder weinig goede trouw. Want het zijn de producenten die mee aan de klimaatkar trekken.
Zogenaamde burgerbewegingen als “Antwerpen schaliegasvrij” die hun pijlen richten op state-of-the-artfabrieken zoals INEOS vechten wat mij betreft tegen de verkeerde vijand. Het zijn net die bedrijven die producten maken om de CO2-uitstoot te verlagen. Fabrieken hier weren om ze vervolgens in een meer vervuilende versie als paddenstoelen uit de grond te zien rijzen in landen buiten de EU (en los van iedere ETS-regeling), helpt het klimaat geen millimeter vooruit. Want maak u geen illusies, of we ze nu hier tegenhouden of niet, deze investeringen zullen plaatsvinden. Dat het effect van die ver-van-mijn-bed-strategie veel nefaster is, daarover blijft het oorverdovend stil.
Onze ecologische voetafdruk verkleinen is top of mind, maar dat wil niet zeggen dat we moeten vervallen in apocalyptische doemscenario’s die ons verlammen. De hele reeks aan klimaatgeboden zijn een negatief verhaal van wat we niet meer mogen met steeds kortere limietdatums. Het vliegtuig nemen, de auto gebruiken of simpelweg het eten van een stukje vlees: het lijkt vandaag voldoende voor verzameld links om je linea recta aan de klimaatschandpaal te nagelen. Aan dat belerende vingertje heeft niemand een boodschap en het bemoeilijkt bovendien de zoektocht naar draagvlak voor maatregelen die we wel degelijk moeten nemen.
Trouwens, ook het dagelijkse gedrag is bij sommigen nog vatbaar voor verbetering. Het meenemen van je afval na een picknick aan de Scheldekaaien, werkt efficiënter dan het scanderen van mooie slogans…
Het kan inderdaad nog beter. Door samen met het bedrijfsleven een voortrekkersrol op te nemen. Door in te zetten op een beleid dat innovatie aanmoedigt en groene investeringen in onze chemie en industrie toejuicht en faciliteert. Voorbeelden zijn de Vlaamse regering die vorig jaar 400 miljoen euro voor het moonshotproject vrijmaakte om Vlaanderen tegen 2050 CO2-neutraal te krijgen. De industrie, met sectororganisatie Catalisti als regisseur, neemt hier mee het voortouw. Of het EU innovatiefonds, dat door 10 miljard euro te investeren in projecten met innovatieve koolstofarme technologieën, een broodnodige duw in de rug geeft. Het mag duidelijk zijn, samen moeten we alles op alles zetten om ruim baan te geven aan technologische innovaties. Want voor onze toekomst kunnen we niet ambitieus genoeg zijn.