U bent hier
Jongeren verdienen alle steun in engagement maar laat vooruitgangsoptimisme de leidraad zijn

Mijn politiek engagement is twintig jaar geleden ontstaan uit een protestmars tijdens de schooluren. Maar ik stond niet op straat, ik zat gewoon op de schoolbanken. Zo, het is eruit.
In 1996, het jaar van de Witte Mars als protest tegen het falende justitieapparaat, was heel Vlaanderen razend. Scholieren werden opgehitst door (extreem-) links om deel te nemen aan betogingen, en met succes. Het spijbelen liep de spuigaten uit. Om dat een halt toe te roepen besliste mijn school om collectief deel te nemen aan het protest. Ik revolteerde. Begrijp me niet verkeerd. Ik was even verontwaardigd, maar spijbelen leek mij niet de oplossing. Uiteindelijk heeft mijn leraar Latijn bemiddeld en zijn we met een tiental studenten binnengebleven om die dag te debatteren over recht, maatschappij en samenleving. En enkele weken later woonden we een assisenproces bij, wat een onuitwisbare indruk achterliet.
Wil dat zeggen dat ik de jeugdige tegenwind vandaag afkeur? Nee, zeker niet. Twintig jaar later herken ik diezelfde verontwaardiging, maar ik heb ook een déjà vugevoel bij de politieke recuperatie ervan. Het signaal is gegeven, nu moeten we verder komen dan de slogans.
Dat jongeren engagement tonen is aan te moedigen. Maar laat ons nu met positieve acties bewijzen dat we die omslag wél kunnen maken. Onze toekomst zal duurzaam zijn, of zal niet zijn. We doen al veel, maar dat wil niet zeggen dat we op onze lauweren mogen rusten. Integendeel, we moeten met dat engagement verder aan de slag gaan door ambitieuze keuzes voorop te stellen die realistisch en haalbaar zijn maar ook eerlijk zijn over de bijhorende kostprijs. We moeten de handen in elkaar slaan met onze industrie en bedrijven en vertrouwen hebben in technologische vooruitgang om de overstap naar een circulaire en koolstofarme economie te maken.
Tijdens de week van de Witte Mars besliste ik om mij aan te sluiten bij een jongerenpartij en om rechten te gaan studeren. In die keuzes lagen de kiemen voor mijn latere politieke roeping. Ik ben ervan overtuigd dat we van veel van deze bosbrossers en klimaatspijbelaars nog heel wat zullen horen. Jongeren moeten zich ontplooien tot kritische en geëngageerde burgers, en ze verdienen daarbij al onze steun. Wat mij betreft zijn vooruitgangsoptimisme en geloof in technologie en de toekomst daarbij in ieder geval betere raadgevers dan doemdenken over een klimaatapocalyps.
Maar zoals wijlen Etienne Vermeersch al zei: geloof mij niet, denk zelf na. ;-)